Artikel 92. ( 13/10/2024 - ... )
De leden en kandidaat-opvolgers van het bijzonder comité voor de sociale dienst worden schriftelijk voorgedragen door de verkozenen voor de gemeenteraad op basis van akten van voordracht die voldoen aan al de ontvankelijkheidsvoorwaarden, vermeld in het tweede lid. De Vlaamse Regering stelt het model van de akte van voordracht van leden en kandidaat-opvolgers van het bijzonder comité voor de sociale dienst vast en de wijze waarop dat model ter beschikking wordt gesteld. De Vlaamse Regering kan de wijze bepalen waarop de akte van voordracht van leden en kandidaat-opvolgers van het bijzonder comité voor de sociale dienst wordt ingediend bij de algemeen directeur.
Een ontvankelijke akte van voordracht van leden en kandidaat-opvolgers van het bijzonder comité voor de sociale dienst voldoet aan al de volgende voorwaarden:
1° ze is gedaan op de modelakte die de Vlaamse Regering krachtens het eerste lid vaststelt en die op de dag van de verkiezingen door een door de Vlaamse Regering aan te wijzen entiteit van de Vlaamse overheid met de datumstempel
van die dag ter beschikking is gesteld;
2° ze vermeldt de voornaam of voornamen, de achternaam, de geboortedatum, het beroep, het rijksregisternummer en de hoofdverblijfplaats van de kandidaat-leden;
3° ze is ondertekend door de meerderheid van de verkozenen van dezelfde lijst of groep van lijsten die aan de lokale verkiezingen hebben deelgenomen, of, als de voorgedragen kandidaat deelgenomen heeft aan de lokale verkiezingen, door de meerderheid van de verkozenen van dezelfde lijst of groep van lijsten die aan de lokale verkiezingen hebben deelgenomen. Het aantal handtekeningen wordt berekend na de schrapping van de ongeldige handtekeningen, vermeld in het zevende lid. Als een lijst of groep van lijsten maar twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van een van hen;
4° ze vermeldt kandidaat-leden van verschillend geslacht, tenzij het gaat om een lijst of groep van lijsten waaraan maar één zetel in het bijzonder comité voor de sociale dienst is toegewezen;
5° ze vermeldt niet meer kandidaat-leden dan het aantal dat aan de lijst of groep van lijsten is toegewezen conform artikel 91, of dan het aantal vacante mandaten met toepassing van artikel 95;
6° ze is uiterlijk drie dagen voor de installatievergadering van de gemeenteraad aan de algemeen directeur bezorgd.
Als een lijst of groep van lijsten die maar twee verkozenen telt, twee akten van voordracht indient terwijl er maar één kandidaat-lid aan de lijst of de groep van lijsten is toegewezen, zijn beide akten onontvankelijk.
De akte van voordracht kan de voornaam of voornamen, de achternaam, de geboortedatum, het beroep, het rijksregisternummer en de hoofdverblijfplaats van een of meer opvolgers van een kandidaat-lid vermelden. Dezelfde persoon kan opvolger zijn van twee of meer kandidaat-leden die op dezelfde akte van voordracht zijn voorgedragen. Dezelfde persoon kan ook kandidaat-lid en kandidaat-opvolger zijn.
De akte van voordracht vermeldt in voorkomend geval voor elk kandidaat-lid de kandidaat-opvolgers in de volgorde waarin die zijn voorbestemd om het lid te vervangen.
De akte van voordracht kan ook de einddatum van het mandaat van een kandidaat-lid of van een kandidaat-opvolger vermelden. De opvolger voldoet ook aan de voorwaarden voor de ondertekening, vermeld in het tweede lid. In voorkomend geval is het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege ontslagnemend en wordt hij van rechtswege opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger is vermeld. Als het mandaat eindigt voor de einddatum, vermeld in de akte van voordracht, neemt de opvolger vervroegd het mandaat op. Als de voordracht geen einddatum vermeldt, wordt, in voorkomend geval, de vermelding van een of meer opvolgers als onbestaand beschouwd.
Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen. Overtreding van het voormelde verbod wordt bestraft conform artikel 7, §2.
De algemeen directeur bezorgt een afschrift van de akten van voordracht aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn gaat na of de akten van voordracht voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het tweede tot en met het zesde lid.