Artikel 1. (01/01/2014- ...)
Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.
Artikel 2. (01/01/2014- ...)
In dit decreet wordt verstaan onder :
1° Vlaamse beleidsprioriteiten : beleidsdoelstellingen die de Vlaamse Regering formuleert en waarbij ze, al dan niet met een subsidieregeling, de lokale besturen aanmoedigt of verplicht om binnen de geformuleerde doelstellingen een eigen lokaal beleid te voeren;
2° jaarrekening : de jaarrekening van de lokale besturen, vermeld in de organieke regelgeving;
3° lokale beleidscyclus : beleidscyclus van zes jaar die gekoppeld is aan de lokale bestuursperiode en die begint in het tweede jaar dat volgt op de lokale verkiezingen en eindigt op het einde van het jaar na de daaropvolgende verkiezingen;
4° lokale besturen : de gemeenten, de O.C.M.W.'s, de provincies en de districten;
5° lokale verkiezingen : de verkiezingen van de leden van de raad die van rechtswege om de zes jaar op de tweede zondag van oktober plaatsvinden;
6° organieke regelgeving : het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het Provinciedecreet van 9 december 2005, met inbegrip van de uitvoeringsbesluiten ervan;
7° raad : de gemeenteraad, de provincieraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en de districtsraad;
8° strategische meerjarenplanning : de meerjarenplanning van de lokale besturen, vermeld in de organieke regelgeving;
9° subsidieregeling : de rechtsgrond waarop de subsidie gebaseerd is.
Artikel 3. (01/01/2014- ...)
Dit decreet is van toepassing op de periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen die de Vlaamse Regering voor achtereenvolgende jaren oplegt aan de lokale besturen om hen te stimuleren of te verplichten om uitwerking te geven aan de Vlaamse beleidsprioriteiten.
Dit decreet is niet van toepassing op de lokale besturen in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.
Artikel 4. (... - ...)
§ 1. De Vlaamse Regering maakt uiterlijk op 30 oktober van het jaar waarin er lokale verkiezingen plaatsvinden de Vlaamse beleidsprioriteiten en de bijbehorende subsidieregelingen voor de komende lokale beleidscyclus bekend.
Bij de bekendmaking van de Vlaamse beleidsprioriteiten vermeldt de Vlaamse Regering, voor elk van de bijbehorende subsidieregelingen en onder voorbehoud van de beschikbaarheid van de middelen op de Vlaamse begroting, de hoogte van de totale voorziene subsidie en de criteria voor de verdeling van die subsidie onder de lokale besturen.
§ 2. De Vlaamse Regering kan na drie jaar een evaluatie maken, zowel van het voortbestaan van de Vlaamse beleidsprioriteiten, van de inhoud van de Vlaamse beleidsprioriteiten als van de subsidieregeling, de hoogte van het totale subsidiebedrag en de verdelingscriteria. De Vlaamse Regering maakt, in voorkomend geval, uiterlijk op 1 april van het derde jaar van de lokale beleids- en beheerscyclus de nieuwe of gewijzigde beleidsprioriteiten en bijbehorende subsidieregeling bekend voor de laatste drie jaar van de lokale beleidscyclus.
Artikel 5. (01/01/2014- ...)
De lokale besturen geven in hun strategische meerjarenplanning aan hoe ze op het lokale niveau invulling geven aan de Vlaamse beleidsprioriteiten.
Artikel 6. (01/01/2014- ...)
De regelingen waarbij periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen worden opgelegd, in voorkomend geval subsidieregelingen, zijn onderworpen aan de volgende voorwaarden :
1° ze verwijzen, voor wat betreft de vormvereisten van de lokale planning en rapportering, alleen naar de bepalingen over de strategische meerjarenplanning, het budget en de jaarrekening in de organieke regelgeving;
2° ze bepalen dat de Vlaamse beleidsprioriteiten alleen betrekking kunnen hebben op te verrichten activiteiten, te leveren prestaties en/of te bereiken effecten. De regelingen kunnen geen voorwaarden bevatten met betrekking tot de aard van de in te zetten middelen of de organisatorische structuur van het lokale bestuur;
3° voor zover het subsidieregelingen betreft, kunnen ze een cofinanciering vereisen voor zover deze beperkt blijft tot een bedrag dat niet groter is dan het bedrag van de subsidie;
4° ze bepalen dat de lokale besturen moeten aantonen dat ze lokale belanghebbenden en/ of bevoegde adviesraden hebben betrokken bij de opmaak van de strategische meerjarenplanning.
Artikel 7. (13/01/2014- ...)
Uiterlijk op 15 januari van het eerste jaar van de lokale beleidscyclus of, bij een evaluatie na drie jaar door de Vlaamse Regering, op 15 januari van het vierde jaar van de lokale beleidscyclus, dient het lokale bestuur de lokale invulling van de Vlaamse beleidsprioriteiten, en in voorkomend geval de subsidieaanvraag, bij de Vlaamse Regering in. Het lokale bestuur bezorgt daartoe de relevante onderdelen van de door de raad goedgekeurde strategische meerjarenplanning aan de Vlaamse Regering. Daarin geeft het lokale bestuur aan hoe het uitwerking zal geven aan de Vlaamse beleidsprioriteiten. Het lokale bestuur kan op eigen initiatief aanvullende documenten bezorgen.
De Vlaamse Regering kan, ten behoeve van een lokaal bestuur en in uitzonderlijke omstandigheden, de uiterste datum van indiening van de subsidieaanvraag op een later tijdstip vastleggen, maar niet later dan 31 maart van het eerste, of in voorkomend geval, van het vierde jaar van de lokale beleidscyclus.
In afwijking van het eerste en het tweede lid dient het lokaal bestuur het jaar dat dit decreet in werking treedt uiterlijk op 28 februari 2014 de subsidieaanvraag in.
Artikel 8. (01/01/2014- ...)
Uiterlijk op 30 april van het eerste jaar en, in voorkomend geval, van het vierde jaar van de lokale beleidscyclus brengt de Vlaamse Regering de lokale besturen op de hoogte van het al dan niet aanvaarden van de subsidieaanvraag en van de hoogte van het principieel toe te kennen jaarlijkse subsidiebedrag voor de volledige zes jaar, respectievelijk de laatste drie jaar van de lokale beleidscyclus.
Artikel 9. (01/01/2014- ...)
De effectieve toekenning van de subsidies is afhankelijk van het uittrekken van de beschikbare kredieten op de Vlaamse begroting. Het voor een bepaald jaar toegekende subsidiebedrag wordt uitgekeerd in twee gelijke delen, uiterlijk op 30 juni en 30 november van elk jaar.
Artikel 10. (01/01/2014- ...)
Vanaf 2015 en uiterlijk op 31 juli van elk jaar rapporteert het lokale bestuur over de uitvoering van zijn engagementen. Het lokale bestuur bezorgt daartoe de relevante onderdelen van de door de raad goedgekeurde jaarrekening van het voorafgaande jaar aan de Vlaamse Regering. Daarin geeft het lokale bestuur aan welke activiteiten en prestaties werden verricht of effecten werden bereikt in het kader van de Vlaamse beleidsprioriteiten. De relevante onderdelen worden aan de bevoegde adviesraden meegedeeld.
Artikel 11. (01/01/2014- ...)
Als het lokale bestuur niet voldoet aan de rapporteringsverplichtingen of als de rapportering manifest onduidelijk is of wanneer het lokale bestuur onvoldoende aantoont dat het de vooropgestelde doelstellingen heeft nagestreefd maakt de Vlaamse Regering uiterlijk drie maanden na de ontvangst van de rapportering bezwaar bij het lokale bestuur. Het lokale bestuur bezorgt, binnen twee maanden na ontvangst van het bezwaar, de Vlaamse Regering een aangepaste rapportering en/of een motiverende nota waarom bepaalde engagementen niet zijn nagekomen. De Vlaamse Regering bezorgt daaropvolgend haar beslissing aan het lokale bestuur binnen twee maanden na ontvangst van de aangepaste rapportering en/of motiverende nota. Deze termijn kan door haar eenmalig verlengd worden met een maand.
Als uit de aangepaste rapportering of uit de bijkomende motivering blijkt dat de subsidie niet aangewend werd voor het doel waarvoor ze werd verleend, en meer bepaald dat de Vlaamse beleidsprioriteiten onvoldoende werden nagestreefd, keert de Vlaamse Regering verdere toegezegde subsidies in eerste instantie niet uit en in tweede instantie vordert ze reeds toegekende subsidies terug.
Artikel 12. (01/01/2014- ...)
§ 1. De bestaande regelingen die niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van dit decreet, zullen uiterlijk tegen 1 januari 2014 worden aangepast. Het gaat om :
1° het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds;
2° het decreet van 22 december 2006 houdende de lokale diensteneconomie;
3° het decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid;
4° het decreet van 28 april 1998 betreffende het Vlaamse integratiebeleid;
5° het decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen;
6° het decreet van 2 april 2004 betreffende het beleid inzake convenants gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking;
7° het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1997 tot ondersteuning van regionaal overleg en regionale samenwerking in de welzijnssector;
8° het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid;
9° het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid;
10° het decreet van 9 maart 2007 houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport-voor-Allen-beleid;
11° het decreet van 23 mei 2008 houdende de ontwikkeling, de organisatie en subsidiëring van het Vlaams cultureel-erfgoedbeleid;
12° het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;
13° het decreet van 30 november 2007 betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau;
14° het decreet van 13 juli 2007 houdende organisatie van de opvoedingsondersteuning.
§ 2. Ook als de in het eerste lid opgesomde decreten en besluiten op 1 januari 2014 niet aangepast zijn, voldoen de lokale besturen aan de in die decreten en besluiten opgelegde verplichtingen om een plan te bezorgen aan de Vlaamse Regering door op 15 januari van het eerste jaar van de lokale beleids- en beheerscyclus de relevante onderdelen van de door de raad goedgekeurde strategische meerjarenplanning te bezorgen.
Ook als de in het eerste lid opgesomde decreten en besluiten op 1 januari 2014 niet aangepast zijn, voldoen de lokale besturen aan de in die decreten en besluiten opgelegde verplichtingen om te rapporteren aan de Vlaamse Regering over de uitvoering van de Vlaamse beleidsprioriteiten door op 31 juli van elk jaar de relevante onderdelen van de door de raad goedgekeurde jaarrekening van het voorafgaande jaar te bezorgen.
Artikel 12/1. (25/07/2015- ...)
In afwijking van artikel 9, laatste zin, worden voor de volgende subsidies aan lokale besturen, toegekend voor de uitvoering van de vermelde Vlaamse beleidsprioriteiten, de modaliteiten van toekenning, met inbegrip van de eventuele betaling ervan onder de vorm van voorschotten, geregeld in de uitvoeringsbepalingen van de betreffende decreten of in de regerings- of ministeriële besluiten tot toekenning van de subsidies zelf binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde vereffeningskredieten :
1° de subsidies toegekend krachtens artikel 6, 8, 10 en 49 van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid;
2° de werkingssubsidies toegekend krachtens artikel 150 en 154 van het decreet van 6 juli 2012 houdende het Vlaams cultureel-erfgoedbeleid;
3° de subsidies toegekend krachtens artikel 4, § 1, van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid;
4° de subsidies toegekend krachtens artikel 18 van het decreet van 30 november 2007 betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau;
5° de integratiesubsidies toegekend krachtens artikel 29 van het decreet van 28 april 1998 betreffende het Vlaamse integratiebeleid;
6° de subsidies toegekend krachtens artikel 15, § 1, van het decreet van 17 februari 2012 betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen;
7° de subsidies toegekend krachtens artikel 16/1 van het decreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking en artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2012 tot uitvoering van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking.
8° de subsidies toegekend krachtens artikel 25, § 2, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid.
Artikel 13. (01/01/2014- ...)
Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2014, met dien verstande dat artikel 4, § 1, in werking treedt op 30 oktober 2012.