Omzendbrief gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

Datum 03/04/2009

Inhoud

(05/04/2009- ...)

Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester,

Ik verwijs naar de aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer, zoals bepaald in titel 1, hoofdstuk II van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie  over het wegverkeer.

Deze omzendbrief betreft het decreet van 16 mei 2008 (BS 10/06/2008) betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en het besluit van 23 januari 2009 (BS 26/03/2009)  betreffende  de aanvullende reglementen.

Deze omzendbrief heft de omzendbrief MOB/2007/01 "aanvullende reglementen over het wegverkeer" van 14 december 2007 op.

De omzendbrief omschrijft de totstandkoming van een aanvullend reglement op initiatief van een gemeente.

De signalisatie bestemd voor het regelen van een permanente of periodieke toestand  die een gebod of een verbod instelt of opheft, mag slechts aangebracht worden nadat een aanvullend  reglement  werd vastgesteld.

Voor de volgende verkeerstekens moet een aanvullend  reglement opgesteld worden:

1. de verkeerslichten, met uitzondering van de verkeersknipperlichten voorzien in artikel 64.1.1 °, 64.2 en 64.3 van het algemeen reglement op de politie over het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
2. de voorrangsborden, met uitzondering van het verkeersbord B 17
3. de verbodsborden
4. de gebodsborden
5. de verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren (inclusief de parkeerautomaten en parkeermeters)
6. de volgende aanwijzingsborden: F1, F1a, F1b, F3, F3a, F3b, F4a, F4b, F5, F7, F9, F11, F12a, F12b, F13, F15, F17, F18, F19, F91, F97, F99a, F99b, F99c, F101a, F101b,F101c, F103,F105,F107,F109
7. de zonale reglementeringen (inclusief de zones afgebakend met borden F4a en F4b)
8. de overlangse markeringen die de rijstroken aanduiden, voo~ien in het artikel 72 van het algemeen reglement op de politie over het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
9. de overlangse markeringen die een fietspad aanduiden voorzien in artikel 74 van het algemeen reglement op de politie over het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
10. de gele onderbroken streep voorzien in artikel 75.1.2°, van het algemeen reglement op de politie over het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
11. de brede witte doorlopende streep die de denkbeeldige rand van de rijbaan aanduidt, voorzien in artikel 75.2, van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
12. de dwarsmarkeringen voorzien in artikel 76 van het algemeen reglement op de politie over het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
13. de voorsorteringspijlen, de markeringen van verkeersgeleiders of verdrijvingsvlakken, die markeringen die parkeerplaatsen afbakenen en de voorsorteringsstroken voor fietsers, voorzien in de artikelen 77.1, 77.4, 77.5 en 77.7 van het algemeen reglement op de politie over het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
14. de verhoogde inrichtingen, voorzien in het KB van 9 oktober 1.998 tot bepaling van de vereisten voor het instellen van zones met een beperking tot 30 km/u.

Voor maatregelen die voorbijgaande, plotse of gelegenheidstoestanden regelen, wordt geen aanvullend reglement vast gesteld. Deze maatregelen worden genomen door de gemeenteoverheden bij politieverordening op grond van artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet. Deze maatregelen moeten duidelijk in tijd beperkt zijn. Dit kan gaan van een paar uur bij manifestaties tot een paar maanden tijdens werken.

Wanneer de toestand van voorbijgaande aard een periodiek of permanent karakter krijgt moet wel een aanvullend reglement worden aangenomen.

Voorbeelden:

Een speelstraat wordt elk jaar tijdens de schoolvakanties opnieuw ingesteld, de maatregel heeft een periodiek karakter en moet dus het voorwerp uitmaken van een aanvullend reglement.
Een parkeerverbod naar aanleiding van een werfsituatie vereist geen aanvullend reglement. Een parkeerverbod in afwachting van een herinrichting daarentegen regelt wel een permanente toestand, ook al is het slechts tot de weg heringericht wordt. In dat geval is een aanvullend reglement wel degelijk vereist.
Gedurende een maand wordt een eenrichtingsstraat als proefopstelling ingevoerd. De evaluatie is positief en de maatregel wordt blijvend, naar aanleiding hiervan wordt een aanvullend reglement opgesteld.

Retributiereglementen of andere fiscale reglementen met betrekking tot bijvoorbeeld parkeren maken geen deel uit van een aanvullend reglement.

Voorbeeld:

Bij het invoeren van betalend parkeren wordt de aangebrachte signalisatie opgenomen in het aanvullend reglement, maar niet de tarieven of de uren en dagen dat het betalend parkeren van toepassing is.

Er is geen aanvullend reglement nodig om met een verkeersteken een bepaling van het verkeersreglement te bevestigen.

Voorbeelden:

verkeersbord B17, geplaatst op een kruispunt met voorrang van rechts
verkeersbord D1 met de pijl naar rechts en onder een hoek van 45° naar de grond gericht, geplaatst op een verkeersgeleider
verkeersbord B1, geplaatst aan het einde van een aardeweg die uitkomt op een rijbaan
verkeersbord C1 ter bevestiging van het verbod de linker rijbaan van een weg met meerdere rijbanen te volgen

Er is geen aanvullend reglement nodig om met een verkeersteken een maatregel aan te kondigen of te herhalen.

Voorbeelden:

de aankondiging van een zonale tonnagebeperking door middel van het zonale verkeersbord C21 met opschrift "500 m"
èen verkeersbord C43 "50" met onderbord "herhaling".

Elk verkeersteken moet overeenstemmen met de bepalingen van het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en van het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg. Dit geldt ook voor de verkeerstekens waarvoor geen aanvullend reglement wordt vastgesteld.

 

Delegatie van de bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen

In afwijking van artikel 43, § 2, 2°, van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 kan de gemeenteraad de bevoegdheid om aanvullende reglementen op te stellen delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

Het gemeenteraadsbesluit betreffende deze bevoegdheidsdelegatie moet aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken worden overgemaakt.

 

Vormvereisten van een gemeentelijk aanvullend reglement

Onder een gemeentelijk aanvullend reglement wordt verstaan een aanvullend reglement dat vastgesteld wordt op initiatief van een gemeente.

Een gemeentelijk aanvullend reglement bevat altijd volgende elementen:
De goedkeuring door de gemeenteraad of in geval van delegatie door het college van burgemeester en schepenen. De goedkeuring is ondertekend.
De wettelijke randvoorwaarden (telkens voorafgegaan door “Gelet op …”
De consideransen, dit zijn de elementen die aan de basis liggen van de genomen maatregel (telkens voorafgegaan door “Overwegende …”).

De consideransen vermelden zo volledig mogelijk al de motieven voor de genomen maatregelen.

Dit kan ondermeer zijn:

Schets of plan die de genomen maatregel verduidelijkt
Voorgaande aanvullende reglementen (opheffing, wijziging, ... )
Verkeersveiligheids- of verkeersleefbaarheidsoverwegingen
Bijzonderheden met betrekking tot de plaatselijke situatie
Andere bronnen of projecten (studies zoals streefbeeldstudie, studie afbakening bebouwde kommen of beslissingen van de PCV of PAC, herinrichtingsplannen, ... )
Elementen uit het mobiliteitsplan (verkeerscirculatieplan, parkeerbeleid, categorisering van de weg, ... )
Advies van de wegbeheerder (Vlaams gewest, provincie, ... )
Adviezen van buurgemeente, politie, brandweer, inwoners, verkeerscommissie, ...
Ongevallenstatistieken
Verkeersintensiteiten

Een duidelijke vermelding van de wegbeheerder(s) van de wegen die in het aanvullend reglement voorkomen:

"Overwegende dat de hierna voorziene maatregel(en) gemeentewegen/ gewestwegen/provinciewegen/wegen bedoeld in artikel 6 van het decreet betreffen/betreft.”.

De artikelsgewijze opsomming van de genomen maatregelen

(''Artikel 1”, “Artikel 2”, …) waarbij ook de aan te brengen signalisatie en de locatie ervan duidelijk gespecificeerd worden ·

Laatste artikel: Dit aanvullend reglement wordt ter goedkeuring (in voorkomend geval: ter kennisgeving) overgemaakt aan de Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid.

Het is niet nodig de bestraffing van de inbreuken te vermelden, noch de bevoegde politierechtbank.

Bijlage 1: model van een gemeentelijk aanvullend reglement

 

Procedures van toepassing op gemeentelijke aanvullende reglementen

Een aanvullend reglement mag geen maatregelen bevatten betreffende. wegen die behoren tot verschillende wegbeheerders. Enige uitzondering hierop vormen de maatregelen met betrekking tot een gebied (bijvoorbeeld: bebouwde kom, snelheidszones, ... ).

De gemeente moet één eensluidend afschrift van elk aanvullend reglement dat door de gemeenteraad of door het college van burgemeester en schepenen (in geval van delegatie) werd vastgesteld, vóór de inwerkingtreding per brief overmaken aan:
Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid
Departement Mobiliteit en Openbare Werken
Vlaamse Overheid
Koning Albert Il-laan 20 bus 2
1000 Brussel

Dit eensluidend afschrift kan ook per e-mail verstuurd worden, op voorwaarde dat dit in pdf-formaat gebeurt.
e-mail: aanvullendereg/ementen@mow.vlaanderen.be

Conform art. 186 en 187 van het gemeentedecreet gebeurt de bekendmaking van gemeentelijke reglementen - en dus ook van alle aanvullende reglementen die uitgaan van de gemeente - middels aanplakking op het aanplakbord van het gemeentehuis.
 

1) Gemeenteliik aanvullend reglement op gemeentewegen

Voor de aanvullende reglementen die betrekking hebben op gemeentewegen geldt in beginsel een aanmeldingsplicht: deze reglementen kunnen pas in werking treden na overmaking ter kennisgeving aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid.

De aanvullende reglementen op gemeentewegen in beschermde gebieden zijn evenwel onderworpen aan de goedkeuring door de Vlaams minister van Mobiliteit (zie punt 4).

Er kan aanleiding bestaan tot een toezichtsmaatregel zoals bepaald in titel VIII van het gemeentedecreet, niet alleen wanneer een gemeentebesluit strijdig is met een hogere rechtsregel, maar ook wanneer een gemeentebesluit strijdig is met een belang dat ruimer is dan het gemeentelijk belang.

Daarnaast blijft uiteraard steeds de mogelijkheid beroep aan te tekenen tegen een aanvullend reglement bij de Raad van State en dit binnen de voorziene termijnen van 60 dagen vanaf de bekendmaking van de beslissing.

Het is dan ook van belang dat de Vlaamse overheid voldoende geïnformeerd wordt over de bovenlokale effecten van het desbetreffende aanvullende reglement. Als voorbeeld verwijzen we naar aanvullende reglementen die bv. een toegangsverbod voor vrachtwagens boven een bepaald tonnage instellen (verbodsbord C21), waardoor deze vrachtwagens naar het grondgebied van een andere gemeente worden afgeleid.

Wanneer een ontwerp van aanvullende reglement een bovenlokaal effect heeft, moet de initiatiefnemende gemeente dan ook eerst met de betrokken buurgemeenten overleggen. De gemeente maakt het resultaat van dit overleg samen met het aanvullend reglement over aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid. Het verdient aanbeveling het resultaat van dit overleg eveneens op te nemen in de consideransen van het aanvullend reglement.
 

2) Gemeentelijk aanvullend reglement op provinciewegen

Voor de aanvullende reglementen die betrekking hebben op provinciewegen die gelegen zijn op het grondgebied van de gemeente, geldt dat deze pas na de goedkeuring door de Vlaamse minister van Mobiliteit in werking kunnen treden. De gemeenten hoeven hiervoor geen aparte goedkeuringsaanvraag aan de minister te richten. Het volstaat het aanvullend reglement te versturen naar het reeds hierboven vermelde adres, en in het begeleidend schrijven te vermelden dat het reglement (geheel of ten dele) betrekking heeft op een provincieweg.
 

3) Gemeentelijk aanvullend reglement op gewestwegen

In beginsel vaardigt de minister bevoegd voor Openbare Werken aanvullende reglementen op gewestwegen uit. Het decreet voorziet dat ook de gemeenteraad of, in geval van delegatie, het college van burgemeester en schepenen een aanvullend reglement kan vaststellen. Bij voorkeur gebeurt dit na voorafgaand overleg met de wegbeheerder.

Voor de gemeentelijke aanvullende reglementen die betrekking hebben op gewestwegen die gelegen zijn op het gron,dgebied van de gemeente, geldt dat deze pas na de goedkeuring door de Vlaamse minister van Mobiliteit in werking kunnen treden.

De gemeenten hoeven hiervoor geen aparte goedkeuringsaanvraag in te dienen bij het Agentschap Wegen en Verkeer. Het volstaat het aanvullend reglement te versturen naar het hierboven reeds vermelde adres, en in het begeleidend schrijven te vermelden dat het reglement (geheel of ten dele) betrekking heeft op een gewestweg.

In voorkomend geval worden de resultaten van het voorafgaandelijk overleg toegevoegd aan het dossier.
 

4) Gemeenteliik aanvullend reglement op wegen bedoeld in artikel 6 van het decreet

Hieronder vallen de voor het openbaar verkeer openstaande wegen in de domeinbossen en de bosreservaten zoals bedoeld in het bosdecreet van 13 juni 1990, alsook deze in de natuurreservaten, het VEN of onderdelen ervan en de speciale beschermingszones of onderdelen ervan zoals bedoeld in het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

Voor gemeentelijke aanvullende reglementen op provincie- en gewestwegen gelden ook in deze gebieden de regels zoals uiteengezet onder punt 2) en 3).

De aanvullende reglementen die betrekking hebben op gemeentewegen in deze gebieden moeten eveneens ter goedkeuring voorgelegd worden aan de Vlaamse minister van Mobiliteit.

De gemeenten hoeven hiervoor geen aparte goedkeuringsaanvraag te richten aan de minister. Het volstaat het aanvullend reglement te versturen naar het hierboven reeds vermelde adres, en in het begeleidend schrijven te vermelden dat het reglement (geheel of ten dele) betrekking heeft op een weg bedoeld in artikel 6 van het decreet.
 

5) Reglementering betreffende wegen of gebieden met meerdere wegbeheerders

In dit geval zijn er twee mogelijkheden:

5a) De weg of het gebied ligt op het grondgebied van één gemeente

Voorbeelden:

Een zone 30 schoolomgeving heeft zowel betrekking op een gewestweg als op gemeentewegen.
De afbakening en iedere wijziging van de afbakening van een bebouwde kom loopt zowel langs gemeentewegen, provinciewegen en/of gewestwegen.
Het instellen, opheffen of wijzigen van een blauwe zone.
Het reglementeren van een havengebied.

De gemeente stelt het aanvullend reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de minister van Mobiliteit.

De inwerkingtreding van het volledige aanvullend reglement wordt opgeschort tot het deel van de andere wegbeheerder(s) goedgekeurd is.

5b) De weg of het gebied ligt op het grondgebied van meerdere gemeenten

Voorbeelden:

Een bebouwde kom strekt zich uit over meer dan één gemeente.
Zonale reglementering die zich over meerdere gemeenten uitstrekken.

De betrokken gemeenten nemen hiertoe contact op met de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid.

 

Termijnen voor gemeentelijke aanvullende reglementen onderworpen aan goedkeuring

Als de minister bevoegd voor Mobiliteit binnen een termijn van 60 dagen vanaf de kennisgeving van het aanvullend reglement niet heeft beslist, wordt het aanvullend reglement geacht te zijn goedgekeurd.

Indien de vormvereisten van het ter goedkeuring voorgelegde aanvullend reglement niet nageleefd werden of indien het dossier niet regelmatig samengesteld is, wordt dit laatste door de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid terug overgemaakt aan de gemeente. Deze laatste wordt dan verzocht ofwel de wettelijke pleegvormen te vervullen of na te leven ofwel het dossier te vervolledigen. Wanneer de gemeente het dossier opnieuw moet indienen, is het vanaf de kennisgeving van het volledige dossier dat de wettelijke termijn een aanvang neemt.

De gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen kan bij afkeuring een nieuw en aangepast aanvullend reglement opstellen en opnieuw indienen.

Indien het gemeentelijk aanvullend reglement gewijzigd wordt of door de eigen beslissing van de minister vervangen wordt en er dus vormelijke en/of inhoudelijke aanpassingen aangebracht zijn, dient het reglement in die vorm en/of inhoud uitgevoerd te worden.

 

Adviesmogelijkheid

De gemeenten kunnen steeds advies inwinnen met betrekking tot procedurele, vormelijke of inhoudelijke aspecten van aanvullende reglementen.

Dit advies kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail ingewonnen worden bij de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid.
Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid
Departement Mobiliteit en Openbare Werken
Vlaamse Overheid
Koning Albert Il-laan 20 bus 2
1000 Brussel
tel: 021553. 71.24
e-mail: aanvullendereglementen@mow.vlaanderen.be

 

Datum van inwerkingtreding

Deze omzendbrief is van toepassing op alle aanvullende reglementen die worden aangenomen na inwerkingtreding van het besluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen (BS 26/03/2009), zijnde na 5 april 2009.

 

 

BIJLAGE (05/04/2009- ...)

Bijlage 1: model van een gemeentelijk aanvullend reglement

 

De Gemeenteraad,

[In geval van delegatie: "Het College van Burgemeester en Schepenen,”]

Gelet op de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988;

Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005;

Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968;

Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;

Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;

Gelet op de omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 ;

Overwegende ...

Besluit:

Artikel 1. - ...

Artikel x. - [Laatste artikel]

Dit aanvullend reglement wordt ter goedkeuring [ter kennisgeving indien het alleen van toepassing is op gemeentewegen buiten de in artikel 6 van het decreet bedoelde gebieden] overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid.

Datum ....... .

Getekend ....... .

Voor éénsluidend afschrift